vrijdag 22 maart 2013

Karel ende Elegast

Karel ende Elegast werd rond 1270 geschreven in Brabant, de auteur is onbekend. Het is een ridderroman en een Karelroman. In deze verdiepingsopdracht onderzoek ik of de roman een hoofse of een voorhoofse roman is.

Kenmerken voor-hoofse romans:
- In deze verhalen speel Karel de Grote een centrale rol
- Wilde verhalen met bloederige gevechten en heldendaden van Karel en zijn leenmannen
- Vaak over massa gevechten en oorlogen (strijd tussen christenen en moslims)
- De romans zijn vaak op rijm
- Er worden alleen Germaanse namen gebruikt in het verhaal
- Oud-Germaanse gebruiken 
- Trouw, ridderlijkheid en eer staan centraal
- Ondergeschikte positie van de vrouw
- Begin van het verhaal: overtuigen 
  Midden: het verhaal
  Einde: dank aan God
- Voor-hoofs is de periode die vooraf gaat aan de hoofse periode en staat voor onbeschaafd en ruw. 

Kenmerken hoofse romans:
- Verering van de vrouw (Jonkvrouw)
- Moedig en sterke maar ook slimme ridders
- Liefde is het centrale thema
- Sprookjeselementen
- Klassieke, oosterse of Britse/Arthurromans 
- Hoofs betekent in de Middeleeuwen dat iemand zich sociaal aangepast gedraagt, zoals het er aan het hof aan toe gaat. Mooi, fijn, beschaafd. 

De voor-hoofse roman gaan dus vaak over heldendaden en trouwheid aan de vorst, hierbij speelt de vrouw geen rol en is zelfs ondergeschikt. In de hoofse romans gaat het verhaal over de liefde.

Het is duidelijk dat Karel ende Elegast tot de voor-hoofse romans behoort. Dit is al duidelijk omdat de hoofdpersoon van het verhaal Karel de Grote zelf is. Het verhaal gaat over trouw door Elegast aan de koning. Al heeft de koning hem verbannen en zijn bezit afgepakt hij heeft nog steeds alles over voor zijn vorst. Het bloederige gevecht komt aan het einde van het verhaal aan bod, als Elegast Eggeric verslaat. De namen in het verhaal zijn Germaans (Elegast en Eggeric) ook Oud-Germaanse gebruiken (het kruid) komen in het verhaal voor. De vrouw komt in het verhaal voor maar zij wordt mishandelt door haar echtgenoot (Eggeric) en door de koning aan een ander gegeven, ze heeft hier geen inspraak in er wordt verder geen rekening met haar gehouden. In het begin van het verhaal probeert de schrijver de lezer te overtuigen dat het verhaal echt is gebeurt en dat iedereen het moet lezen, het midden van de roman is het verhaal zelf en op het einde wordt God gedankt.

W.F. Hermans- De donkere kamer van Damokles

Bespreking van de personages 
Hoofdpersoon: Henri Osewoudt (Hendrik Maarten Osewoudt). Osewoudt wordt geboren in Voorschoten op 23 april 1920. Hij heeft een sigarenwinkel. Hij heeft blond haar, een bleke huid, geen gezichtshaar (baard) en een rare hoge stem. Hij heeft eigenlijk niks om voor te leven.
Familie
Ria is de lelijke, veel oudere nicht van Osewoudt met wie hij trouwt. Ze bedriegt hem met een NSB'er (Evert). Ze is de dochter van Bart Nauta en tante Fietje. 

Bart Nauta is de oom van Oswoudt. Bij deze man woonde Osewoudt toen zijn moeder naar een inrichting moest. Later werd hij de schoonvader van Osewoudt.

Moeder van Osewoudt ze is geestelijk niet helemaal goed en heeft haar man en vader van Osewoudt vermoord. Hiervoor gaat ze niet naar de gevangenis maar naar een inrichting.

Vader van Osewoudt wordt aan het begin van het boek vermoord door zijn vrouw.

tante Fietje is de vrouw van Bart Nauta en moeder van Rita. Ze overleed kort nadat Rita en Osewoudt trouwden. Ze mocht Osewoudt niet maar deed wel aardig tegen hem.

Vrienden & kennissen
Moorlag is een goede vriend van Osewoudt. Hij woont bij Osewoudt, zijn moeder en Rita omdat hij examen wil gaan doen.

Marianne Sondaar (Mirjam Zettenbaum) is een ondergedoken Joodse vrouw. Ze helpt Osewoudt met zijn haar zwart verven. Osewoudt en zij krijgen een relatie en een doodgeboren kind. 

Evert Turlings woont vlak bij Osewoudt en is de zoon van de drogist. Hij is een NSB'er en heeft een affaire met Rita.

De Vos Clootwijk is de directeur van de Nederlandse spoorwegen. 

Pater Beer is bij Osewoudt aan het einde van het boek en aan het einde van Osewoudt zijn leven. Hij praat met hem op de ziekenzaal en is bij hem als hij wordt neergeschoten.

Mensen van het verzet
Dorbeck is de dubbelganger van Osewoudt, een tegenpool. Dit is de man die alles weet en Osewoudt opdrachten geeft. Aan het einde van het boek is hij verdwenen.

Zéwuster pleegt samen met Dorbeck en Osewoudt een aanslag. Osewoudt komt hem later nog een keer tegen. Hij wordt vermoord door de Duitsers.

Meinarends zorgt voor valse persoonsbewijzen voor Osewoudt en Elly.

Elly Sprenkelback Meijer komt uit Engeland als agente. Ze gaat naar Osewoudt om onderdak te krijgen en hij helpt haar. Ze wordt opgepakt door de Duitsers.

Labare is de eigenaar van het pand waar Osewoudt verblijft/ onderduikt. Dit is een pand van de verzetsmensen. Hier ontwikkelt Osewoudt films in de donkere kamer.

Annelies van Doormaal pleegt samen met Osewoudt een aanslag op de Duitser Lagendaal.

Cor, oom kees en twee onbekenden helpen Osewoudt ontsnappen uit het ziekenhuis.

Suyling zat ook in het pand van Labare en deed negatief tegen Osewoudt.

Duitsers
Kriminalrat Wülfing laat Osewoudt in elkaar slaan en vertelt hem dat ze alles weten wat hij gedaan heeft.

Ebernuss ondervraagt Osewoudt, maar op de een of andere manier doet hij heel vriendelijk. Hij probeert bij Osewoudt zijn vertrouwen te winnen en wil zich aansluiten bij de verzetsmensen omdat hij bang is dat Duitsland de oorlog verliest. Osewoudt vergiftigd hem met gif dat hij van Dorbeck heeft gekregen.

Gustav Malknecht legt de gesprekken met Osewoudt vast met een typmachine. Later legt hij een verklaring af tegen Osewoudt.

George Krügener brengt Osewoudt in verpleegsteruniform naar Voorschoten. Osewoudt slaat hem neer en rijdt naar Dordrecht. Hier komt George weer bij en Osewoudt steekt een mes in zijn rug. 

Engelsen
Kolonel Smears legt een verhoor met Osewoudt af.

Percy legt het verhoor vast met een typmachine.

Politie (NL)
Selderhorst onderzoekt de zaak van Osewoudt.

Spuybroek moet zorgen dat Osewoudt niet ontsnapt. 

Slachtoffers van Osewoudt
Meneer en mevrouw Lagendaal worden doodgeschoten door Osewoudt en hun kind (Walter) wordt meegenomen

Leidster van de Nationale jeugdstorm moet Walter meenemen maar wordt vermoord door Osewoudt en Annelies.

Het(/de) vraagstuk(ken) van het boek
Wat is in oorlogstijd goed en fout? In hoeverre is de mens in staat zichzelf en anderen te kennen? 


Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche handelsmaatschappij

Vergelijking van het leven van de schrijver met de roman.

Max Havelaar is geschreven door Multatuli, dit is een pseudoniem voor Eduard Douwes Dekker. Multatuli betekent: 'ik heb veel geleden'. Dit slaat op het leiden van Havelaar en Multatuli maar ook op het leiden van de Javanen en andere onderdrukten in Nederlands-Indië. 

Eduard Douwes Dekker (1820-1887)
Dekker werd geboren in Amsterdam, zijn vader was scheepskapitein.
In 1838 reisde Eduard aan boord van het schip van zijn vader naar Nederlands-Indië, hier kwamen ze in 1839 aan in de hoofdplaats Batavia. In Nederlands-Indië werkte hij als ambtenaar. 
In 1856 kreeg Dekker een conflict met zijn chef over de manier waarop er een einde zou moeten komen aan de misstanden in dit gebied (Lebak, West-Java). De chef was voor het handhaven van de regels en voorschriften, Dekker vond dat deze losgelaten moesten worden. Hij verloor bij dit conflict en schreef er een boek over; Max Havelaar.

Het boek bestaat uit 20 hoofdstukken.
Hoofdstukken 1-4,9,10: Droogstoppel.
De rest van de hoofdstukken gaan over Max Havelaar (Sjaalman).
Hoofdstuk 20 is Multatuli zelf.
Droogstoppel is een makelaar in koffie en wil gewoon een boek schrijven over koffieveilingen. Sjaalman schrijft over Max Havelaar, dit is een assistent-resident in Lebak (!). Hij houdt een toespraak waarin hij vertelt over het onrecht dat de Javananen is aangedaan en dat hij er alles aan zal doen om dit onrecht te bestrijden. De boosdoener is hier de regent (chef), iedereen weet dat hij zijn macht misbruikt, maar niemand durft er iets aan te doen. Dan komt Droogstoppel weer aan het woord in het boek, daarna gaat het verder over Havelaar die de regent aanklaagt en wordt genegeerd. In het laatste hoofdstuk neemt Multatuli het verhaal over en vertelt dat zijn doel is iedereen te laten weten dat de Javanen worden uitgebuit en afgeperst.

De overeenkomsten tussen het leven van Dekkers en het verhaal zijn duidelijk. Het verhaal van Max Havelaar is eigenlijk dat van Dekkers zelf. Het boek is dus autobiografisch. Havelaar en Dekkers vechten beiden tegen de armoede en uitbuiting van het volk in Nederlands-Indië. Ook de karakters komen overeen, ze zijn slim en moedig maar ook naïef en dromerig. 

Literaire stroming
In het boek uit Dekkers zijn kritiek op Nederland. Dit was iets nieuws in de tijd dat het boek werd geschreven (1860), schrijvers moesten de lezer vaderlandsliefde bijbrengen. Ook waren de opbouw van het boek en de schrijfstijl anders dan de eisen die in die tijd opgelegd werden voor het schrijven van een  boek. Het boek wordt vaak met de Romantiek in verband gebracht vanwege het verzet van Dekkers en door Max Havelaar dat  een typisch romantisch personage is. omdat in het boek verschillende genres door elkaar lopen en omdat fictie en werkelijkheid tegenover elkaar staan. Aan de ene kant paste het boek dus niet in de tijd waarin het geschreven is doordat Dekkers tegen de eisen en regels van het schrijven inging en kritiek op Nederland. Aan de ander kant wilde veel mensen in deze tijd (19e eeuw) graag meepraten over de politiek en dat is ook duidelijk het geval in Max Havelaar. De sociale engagement van Max Havelaar en de feiten die hierin naar voren komen kunnen naar het Realisme verwezen worden. 

In de 4e klas

In de 4e klas heb ik de volgende gelezen en hierover opdrachten (een verdiepingsopdracht) gemaakt:
- De grote zaal- Jacoba van Velde 
- Ik omhels je met duizend armen- Ronald Giphart
- Hokwerda's kind- Oek de Jong

Verder heb ik in de 5e klas de volgende boeken gebruikt voor de recensie opdracht:
- Joe Speedboot- Tommy Wieringa
- Heren van de thee- Hella S. Haasse