Kenmerken voor-hoofse romans:
- In deze verhalen speel Karel de Grote een centrale rol

- Vaak over massa gevechten en oorlogen (strijd tussen christenen en moslims)
- De romans zijn vaak op rijm
- Er worden alleen Germaanse namen gebruikt in het verhaal
- Oud-Germaanse gebruiken
- Trouw, ridderlijkheid en eer staan centraal
- Ondergeschikte positie van de vrouw
- Begin van het verhaal: overtuigen
Midden: het verhaal
Einde: dank aan God
- Voor-hoofs is de periode die vooraf gaat aan de hoofse periode en staat voor onbeschaafd en ruw.
Kenmerken hoofse romans:
- Verering van de vrouw (Jonkvrouw)
- Moedig en sterke maar ook slimme ridders
- Liefde is het centrale thema
- Sprookjeselementen
- Klassieke, oosterse of Britse/Arthurromans
- Hoofs betekent in de Middeleeuwen dat iemand zich sociaal aangepast gedraagt, zoals het er aan het hof aan toe gaat. Mooi, fijn, beschaafd.
De voor-hoofse roman gaan dus vaak over heldendaden en trouwheid aan de vorst, hierbij speelt de vrouw geen rol en is zelfs ondergeschikt. In de hoofse romans gaat het verhaal over de liefde.
Het is duidelijk dat Karel ende Elegast tot de voor-hoofse romans behoort. Dit is al duidelijk omdat de hoofdpersoon van het verhaal Karel de Grote zelf is. Het verhaal gaat over trouw door Elegast aan de koning. Al heeft de koning hem verbannen en zijn bezit afgepakt hij heeft nog steeds alles over voor zijn vorst. Het bloederige gevecht komt aan het einde van het verhaal aan bod, als Elegast Eggeric verslaat. De namen in het verhaal zijn Germaans (Elegast en Eggeric) ook Oud-Germaanse gebruiken (het kruid) komen in het verhaal voor. De vrouw komt in het verhaal voor maar zij wordt mishandelt door haar echtgenoot (Eggeric) en door de koning aan een ander gegeven, ze heeft hier geen inspraak in er wordt verder geen rekening met haar gehouden. In het begin van het verhaal probeert de schrijver de lezer te overtuigen dat het verhaal echt is gebeurt en dat iedereen het moet lezen, het midden van de roman is het verhaal zelf en op het einde wordt God gedankt.